Na wat rondneuzen in “kranten” kwamen we op een idee om iets de maken over de vorm verandering van het Groesbeeks Weekblad. Eerst was het formaat het zelfde als bijv. de Telegraaf, maar Groesbeek zou Groesbeek niet zijn als ze dit niet zouden veranderen in een kleiner formaat. Ook de inhoud van deze krant was erg verslechterd. Al weken hoorde je Groesbekers hierover klagen. Het verzinnen van een tekst blijkt dan nog erg moeilijk te zijn voor dit bij elkaar geraapt zooitje. Maar gelukkig hebben we Bert erbij, die als vanouds, met een geweldig tekst komt opdraven; ’t Gruusbèeks krèntje liekt teggewòrrig nèt “de fabeltjeskrant”.
Het bouwen begon erg moeizaam. Vaak waren we met velen aanwezig maar was de zin er niet om een hele avond door te bouwen. Vaak zaten we dan ook om 21.00 uur in onze eigen kantine. Toch tegen het einde van januari beseften we hoeveel we eigenlijk nog moesten doen. Natuurlijk was er wel iets gedaan, we waren nog bezig met het grove werk op de wagen. Dit werk is prima weggelegd voor Robert en Daan, die zonder veel precisie van alles in elkaar “sweisen”. Voordat deze “lompe” gasten aan het werk konden was alles natuurlijk uitgetekend door onze architect, der Stefan (alias de bréje). Tegen het einde van januari stond het frame van de uil op zijn plaats, de fabelpers was in aanbouw, en de ooievaar bijna af. Ik zal hierbij maar niet vertellen wat er allemaal nog gedaan moest worden. Begin februari was tot ons doorgedrongen dat we echt moesten opschieten om het “kruus” wel te halen.
Soms moest er nog een snavel gemaakt worden, maar gelukkig had Sokkie daar weken de tijd voor. Uiteindelijk moesten we hem bij de twintigste mislukte snavel maar van het project “snavel” afhalen. Soms moesten we schilderen en deden we dat maar boven in onze kantine. Het gevolg was dat onze hele vloer de kleuren had gekregen van onze wagen. Onze gastvrouw Oda was hier inderdaad niet blij mee en dit heeft een aantal van ons menig avondje gekost om te schuren. Soms wilden we bouwen, maar zat het avondje ervoor nog flink te draaien. Soms denken mensen iets te kunnen maken en kan een ander het gelukkig nog oplossen, hè Daan. Antonio nog bedankt hiervoor! En soms lukt het gewoon niet!
Toch hadden we nog anderhalve maand en in die tijd konden we nog veel werk verzetten. Iedereen zetten zich 100% in en zowaar begon het op te schieten. Twee weken voor de carnaval kwamen nog enkele mensen van het Sok (de organisatie van de optocht) op bezoek en die dachten dat we het nooit zouden halen. Ook een zeer ervaren jury lid deelde hun mening. Echter wij wisten wel beter!
Maar we zouden En Moi Iets niet zijn als we deze wagen op tijd afkregen. En dat gebeurde dus ook niet. De zaterdag voor “de grootste optocht in het Keulen van Gelderland” waren we nog tot 22.00 uur bezig met het afronden van de wagen. Het resultaat van al die maanden bouwen was verbluffend! Wat een schitterende wagen was het geworden. Ook het hele idee erachter en de uitwerking was prachtig. We hoefden ons zeker niet te schamen in de optocht.
De optocht
Na een hectisch avondje stappen in de Linde waren we zondag met zijn allen 12.00 uur bij de Oude Molen. Daar kregen we een overheerlijke maaltijd te nuttigen. Een goede bodem voor de optocht is het halve werk. Hierdoor proberen we de gesneuvelde leden met zeker de helft te beperken. Onze wagen was inmiddels gehaald bij de fam. Langeveldt en meteen hadden we bekijks. Natuurlijk moest het weer eens regenen in Nederland en we waren bang of de verf het dit jaar zou houden. Gelukkig kreeg je met dynamiet onze wagen nog niet kapot en konden we starten op het “Kruus”. De optocht begon!!
Tussen onze muziek door klonk het alom bekende Fabeltjes krant lied en heel Gruusbèk leefde op. Van alle kanten kregen we leuke reacties. Ook dit jaar blijkt weer waarom het de grootste optocht van Nederland is, maar liefst meer dan 150 groepen waren er ingeschreven. Meer dan 50 praalwagens reden mee! Het publiek was laaiend enthousiast en we werden omhelst als helden! Een ruime schatting van het aantal toeschouwers is 30.000!! Eenmaal bij de hoeve aangekomen (dit is het einde van de optocht) reden we onze wagen naar onze stalling plaats, firma van Kesteren (zoekt u nog een bak!). De Hoeve was afgeladen vol met mensen en de prijsuitreiking begon. Er zijn 11 prijzen te verdelen voor de 50 praalwagens. De kwaliteit volgens de jury was dit jaar extreem hoog! Op een gegeven moment waren we bij nummer 5 en we hadden onze naam nog steeds niet gehoord! Zouden we dit jaar dan geen prijs hebben dachten we, want hoger dan nummer 5 had niemand van ons vooraf gedacht. Dan komt nummer 2 en zowaar wordt onze naam genoemd. Iedereen van ons is door het dolle heen. Meteen worden er een extra paar bladen besteld en het feest kan beginnen. Als er iets is wat we vooraf niet hadden gedacht is het de 2de prijs. Zoals vanouds gingen we rond 8 uur eten bij Mielio Fransen. Wilma en Miel hadden voor ons weer een lekker diner verzorgd. Echter het merendeel van ons was zo bezopen dat we op de grond in slaap vielen. Dan zie je dat de mannen zich van de broekies onderscheiden en over het avondje de Linde zal ik maar niet alles vertellen. Wat een feest was het daar, we werden als helden ontvangen en natuurlijk moest iedereen een handtekening + foto.
Ook in de optocht van Beek vielen we in de prijzen met de 2de plaats.